Onmiddellijk daarna werd Jezus door de Heilige Geest naar de woestijn gestuurd. Daar werd Hij veertig dagen lang door Satan op de proef gesteld. Hij was er alleen met de wilde dieren en de engelen zorgden voor Hem. (Marcus 1:12-13)
Toen liet de duivel Jezus met rust. En er kwamen engelen om voor Jezus te zorgen. (Mattheüs 4:11)
Jezus ging vol van de Heilige Geest uit de Jordaanvallei weg. De Geest leidde Hem naar de woestijn van Judea 2 waar Hij veertig dagen bleef. Daar stelde de duivel Hem voortdurend op de proef. (Lucas 4:1-2)
Zo probeerde de duivel op alle mogelijke manieren Jezus om te praten. Maar zonder succes. Daarom liet hij Hem voorlopig met rust. Jezus ging terug naar Galilea, vol van de kracht van de Heilige Geest. (Lucas 4:13-14)