De lieflijkheid van Gods majesteit

Zelfs de wildernis en de woestijn zullen in die dagen blij zijn, de woestijn zal een zee van bloemen zijn. Er zal een overvloed van bloemen, gezang en vreugde zijn! De woestijnen zullen net zo groen worden als de bergen van de Libanon. Lieflijk als de bergweiden van de berg Karmel en de grasvlakten van Saron, want de Here zal daar zijn glorie uitspreiden, de majesteit van onze God.

Versterk de verslapte handen en geef kracht aan knikkende knieën. Bemoedig de angstigen. Zeg hun: ‘Wees sterk, wees niet bang, want uw God komt om wraak te nemen op uw vijanden. Hij komt om u te redden.’

En wanneer Hij komt, zal Hij de ogen van de blinden openen en de oren van de doven laten horen. 6De verlamde zal opspringen als een hert en wie niet kon praten zal jubelen en zingen! In de wildernis zullen bronnen opwellen en in de woestijn zullen rivieren gaan stromen. Het gloeiende zand zal veranderen in een meer, het dorstige land in waterbronnen. Waar de woestijnjakhalzen leven, zal gras en riet groeien!

En er zal een hoofdweg door dat verlaten land lopen die ‘Heilige weg’ zal worden genoemd. Iemand met een boos hart mag die weg niet betreden. God zal daar met u gaan, zelfs de onnozele kan die weg onmogelijk mislopen. Langs die weg zullen geen leeuwen op de loer liggen noch andere roofdieren, alleen de verlosten zullen erop wandelen.

Zo zullen al de vrijgekochten van de Here naar Sion huiswaarts kunnen gaan, liederen van eeuwige vreugde zingend. In de stad zullen zorgen en verdriet tot het verleden behoren, alleen vreugde en blijdschap zullen daar heersen.

(Jesaja 35)

Welkom op zondag 30 april, aanvang 10.00 uur


De woestijn zal vrolijk bloeien,
juichen zal het dorre land.
Wat verdord was krijgt weer luister
door Gods sterke rechterhand.
Alles zal weer schoonheid krijgen,
heel de schepping wordt een lied
als een ieder, vol verwond’ring,
Gods verheven grootheid ziet.

Maak dan sterk de slappe handen,
richt hem op die wank’len zou.
Zeg tot wie geen uitzicht hebben:
”God de Heer verschijnt in trouw.
Ja, Hij nadert om te redden,
te bevrijden van de pijn.
Wees niet bang, Hij is in aantocht;
en zijn komst zal vrede zijn.”

Dove oren zullen horen,
blinde ogen zien dan licht.
Lammen zullen vrolijk springen,
juichend voor Gods aangezicht.
Gloeiend zand zal vruchtbaar worden,
’t uitgedroogde land een bron.
Alles zal in volheid bloeien
daar waar eens niets groeien kon.

De verlosten zullen wand’len
op een weg die heilig is.
God Zelf zal hen begeleiden,
zodat alles veilig is.
Leeuw noch roofdier zal daar wezen,
want de Heer heeft hen bevrijd.
Juichend komen de verlosten
tot volkomen heerlijkheid.

Stralen zullen zij van blijdschap
die de Heer hun heeft bereid.
Eeuw’ge vreugd’ zal op hun hoofd zijn
tot in alle eeuwigheid.
Leed en moeite zullen wijken,
vluchten voor Gods aangezicht.
Jubel stijgt dan op uit Sion.
God is eeuwig aller licht.