Gezien door Jakobus
Hij is gezien door Jakobus en daarna nog eens door alle apostelen. (1 Korinthiërs 15:7) Want ook zijn broers geloofden niet dat Hij de Christus was. (Johannes 7:5) Zijn familie, die dit hoorde, ging er naar toe om Hem te halen. ‘Hij weet niet meer wat Hij doet,’ zeiden zij. (Marcus 3:21) Voortdurend baden zij